by Simon Lythgoe
Genderdiscrepantie op de werkplek is de laatste jaren een veelbesproken onderwerp. Vaak wordt het beoordeeld door te kijken naar de genderopdeling in de directiekamers in het hele VK, die momenteel minder dan 20% vrouwelijk zijn. Deze zorgbarende statistiek geeft aan hoe moeilijk het is voor vrouwen om de top van een beroep te bereiken, ofwel ten gevolge van een gebrek aan ondersteuning bij het moederschap of door de vele andere hindernissen die mogelijk bestaan. Uit studies blijkt echter dat er niet alleen op de werkplek een genderonevenwicht heerst; dit is namelijk ook aanwezig in de latere onderwijsstadia.
Gender en hoger onderwijs
Er is een overvloed aan onderzoek gedaan naar de manier waarop mannen en vrouwen werken in verschillende sectoren. Maar men is nog niet lang geleden beginnen te kijken naar de manier waarop gender verdeeld is in het hoger onderwijs. Van alle richtingen die gestudeerd worden, is er maar één - Business en Administratie - waar de geslachten mooi in evenwicht zijn. In de meeste andere richtingen zijn er aanzienlijke ongelijkheden; er studeren bijvoorbeeld 27.000 vrouwen Bouwkunde en Technologie, tegenover meer dan 134.000 mannen. Van de 93.210 studenten Computerwetenschappen in het VK zijn er maar 16.000 vrouwelijk. Er zijn ook genderongelijkheden in de andere richting - van de 87.000 rechtenstudenten zijn er bijvoorbeeld 53.545 vrouwen.
Van school naar de werkplek
Gezien de hierboven vermelde studiestatistieken is het geen verrassing dat deze sectoren dezelfde onevenwichten weerspiegelen. Het aantal vrouwelijke IT-studenten is bijvoorbeeld ongelooflijk laag, hoewel dit een van de gebieden is waar de tewerkstelling sterk toeneemt. Slechts 17% van de IT-specialisten zijn vrouwelijk, misschien omdat dit traditioneel beschouwd wordt als een heel mannelijk beroep. Daarentegen zijn 88% van de verpleegkundigen vrouwelijk, wat overeenkomt met de idee dat verpleegkundigen gewoonlijk vrouwen zijn.
Een veel groter probleem
Het is niet alleen het VK dat een probleem heeft op het vlak van genderdiscrepantie in zowel het onderwijs als op de werkvloer. Zelfs in landen zoals Noorwegen, die gewoonlijk beschouwd worden voorop te zitten op het vlak van gelijkheid, zijn de directiekamers maar voor 39% gevuld met vrouwen. En er zijn gebieden op de wereld waar de situatie nog veel slechter is. Vrouwen die bijvoorbeeld in Rusland zakelijke ambities hebben, knakken heel waarschijnlijk af op directiekamers die 92% mannelijk zijn. In Hongarije is dit percentage zelfs 95%.
De loonkloof tussen mannen en vrouwen versterken
Genderverschillen in het onderwijs versterken uiteindelijk diegene op de werkvloer die op hun beurt een voortdurende loonkloof tussen de geslachten ondersteunen. In een sector als financiële diensten bijvoorbeeld, bedraagt de loonkloof tussen mannen en vouwen 38% en in de consumentensector is dit 49%.
Gezien het gigantische onevenwicht dat heerst in de aantallen mannen en vrouwen die studeren, is dit nog steeds een gebied dat heel wat werk vereist om uiteindelijk opportuniteiten voor carrières te creëren. Als we een maatschappij met echt gelijke kansen willen creëren, dan moet de loonkloof tussen de geslachten gedicht worden.